Terug naar
Inhoud

"Het Zeeuwse Licht"

.

"Er is meer licht dan door het raam kan worden gezien"
(Russisch spreekwoord)

Latijn: Lux umbra Dei. Opschrift op oude Zonnewijzers:
Het licht is de schaduw van God.

De noordwestoever van Walcheren kan men beschouwen als "de boeg van een enorm schip". Onmiddellijk langs de Noordzee treft men een verhoogde luchtvochtigheid aan: langs de kustlijn zweeft meestal een dichte aërosol van zeer fijne water- en zoutdeeltjes, en boven land vindt spraying plaats (en wordt na een lange wandeling dus uw haar stug... en beslaat uw bril.)
Zo treft men boven de zee, de duinen, en de polder  verschillenende  luchtlagen aan die plaatselijk opvallend kouder of warmer, vochtiger of droger zijn. Door dit alles kan het zonlicht op sommige dagen bijzonder worden verstrooid. En als zonlicht schuin op het watervlak invalt, en wordt weerspiegeld, dan verandert er ook nog iets aan de teruggekaatste stralen: hun licht wordt gedeeltelijk gepolariseerd (gevolg: extra schittering) en hetzelfde geschiedt ook na verstrooiing van het invallende licht aan de kleine deeltjes die in de lucht zweven.  Daarenboven, zonlicht dat op de blonde duin- en strandzanden wordt weerkaatst voegt aan het geheel van strooilicht nog een heldere, gouden glans toe (geel licht: zoals bekend, met extra nevel-doordringende eigenschappen!)
(Daarom zijn / waren de mistlampen in Franse  auto's  geel!)

.

 

 

.

Luchtlagen, dicht boven het aardoppervlak, die veel zwevende vocht-, stof- en zoutdeeltjes bevatten kunnen het zonlicht aldus sterk verstrooien. Men neemt een heldere lichtwaas waar, vanwege het schitterend, diffuus, wit strooilicht, dat bij een bepaalde zonnestand zelfs nog verrijkt wordt met een uitbundige, goudgele lichtglans *), althans wanneer men boven duinen en strand in noordelijke richting kijkt, met de zon in de rug.  

*) "...het oog verheugt zich, het hart gaat open, het gemoed wordt opgevrolijkt, onmiddellijk waait warmte ons tegemoet..."

Letwel: met de zon in de rug...

Immers, ook de expositie *) van de noordnoordwestelijke zee op het zuidzuidoostelijke licht (dat dus van boven land komt) dient men nog in de beschouwing te betrekken.

*) "Bekend is dat men vruchtbomen in bloei alleen mooi wit ziet van de zon af. (Naar de zon toe oogt dezelfde bloesem slechts grijs en struktuurloos.)
Zo ook is het schuim der zee helderder tegenover de zon. Naar de zon toe echter zou de branding er eer donkerder uitzien dan de omgeving.
(Immers, merk op, hoe u, in de richting van de zon kijkend, de voorwerpen altijd donker ziet, omdat zij immers slechts de schaduwzijde naar u toekeren.)"

(Literatuur: Prof. Dr. M. Minnaert, De Natuurkunde van 't vrije veld. Deel I. Licht en kleur in het landschap 1937, 1974)

Piet van der Klis
.

 

 

Gebed voor de maaltijd
in het Zeeuws licht
Jan Toorop
Domburg, 1907
(
Zeeuws Museum Middelburg)

Bronvermelding / Source: colofon

Terug naar
Inhoud

.

.

.